Evert van den Akker, TNO: ‘Waar anderen innoveren mét ICT, innoveren wij ín ICT’

Met zijn verbindende functie tussen de wetenschapswereld en het bedrijfsleven neemt TNO een bijzondere positie in, zowel binnen het Nederlandse economische landschap als binnen een netwerkorganisatie als Samenwerking Noord. “Als nationaal kennisinstituut heb je nu eenmaal een wat bijzondere status. En dan is het vaak ook nog niet direct heel duidelijk wat we nu precies doen”, zo realiseert ook Evert van den Akker, Programma Manager Smart Industry bij TNO, zich.

Vaak wordt gedacht dat de mensen van TNO vooral rapporten schrijven, terwijl dat volgens Van den Akker nu juist niet het geval is. “De afkorting TNO staat niet voor niks voor ‘Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek’. We werken veel in ‘fieldlabs’ en zijn daar altijd bezig met de ontwikkeling van praktische toepassingen voor de nieuwste wetenschappelijke ontdekkingen. In plaats van papieren rapporten levert dat voornamelijk demonstreerbare prototypes op, ook binnen het domein ICT.”

Dat domein is overigens een behoorlijk recente toevoeging aan de door TNO geformuleerde werkgebieden. ‘Onze op zichzelf staande ICT-unit bestaat sinds begin 2018, daarvoor maakte ons ICT-onderzoek onderdeel uit van het domein ‘Industrie’”, legt Van den Akker uit. “Maar ICT-ontwikkelingen zijn zo’n grote rol binnen alle domeinen gaan spelen dat besloten is een specifieke ICT-unit in het leven te roepen. Waar andere units binnen TNO innoveren mét ICT, innoveren wij ín ICT: wij ontwikkelen de nieuwe technologie die door het bedrijfsleven maar ook door andere units van TNO kan worden toegepast.”

Vanuit het domein Industrie is de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar Smart Industry-oplossingen. “Opvallend is dat bij vrijwel alle projecten op dat gebied een cruciale rol is weggelegd voor real time sensordata of Internet of Things. Het loopt bijna als een rode draad door onze technologische onderzoeksprojecten. Vooral binnen productiebedrijven kan het gebruik van zulke data helpen bij het optimaliseren van bedrijfsprocessen.”

Smart Dairy Farming
Een mooi voorbeeld van een project waarin real time sensordata onmisbaar is, is ‘Smart Dairy Farming’, dat in 2011 van start ging op zeven boerderijen in Friesland en Groningen. Doel van Smart Dairy Farming is een optimaal opererende melkveehouderij door het gebruik van de nieuwste technologieën. “Om hun hoofd boven water te kunnen houden, moeten zuivelboeren hun processen zo efficiënt mogelijk inrichten. Door gebruik te maken van adviezen op basis van real time data  voor individuele koeien in plaats van historische data voor groepen koeien of de hele kudde, krijg je veel meer inzicht in die processen en kun je veel beter onderbouwde beslissingen nemen. En dat komt je productie en efficiency natuurlijk ten goede.”

“Smart Dairy Farming werd destijds geïnitieerd door de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) en later sloten ook grote partijen uit de sector als FrieslandCampina, Agrifirm en CRV zich aan”, vertelt Van den Akker. “TNO levert onder meer expertise op het gebied van IT, businessmodellen en organisatieveranderingen en heeft voor de verbinding met kennisinstituten als Wageningen University en de Dairy Campus in Leeuwarden en een aantal marktpartijen gezorgd. Samen hebben we ons gericht op een aantal deelprocessen binnen de melkveehouderij waarin dataverzameling en -analyse het verschil kan maken, zoals de opfok van jongvee en de vruchtbaarheid van de veestapel.”

In de jaren tot nu is er door de samenwerkende partijen al het nodige bereikt, vooral op het gebied van sensortoepassingen en big data analyse, aldus de programmamanager van TNO. “Een belangrijke stap was het oprichten van een datahub. Toen we op het gebied van sensortechnologie en big data de zaken op een rijtje hadden, moest er ook een voorziening zijn om op een veilige manier alle data te analyseren en delen. Net als in andere sectoren ligt dat natuurlijk gevoelig qua privacy, eigenaarschap en concurrentiepositie. Maar wil je als sector innoveren, dan moet je wel gegevens met elkaar delen. Uiteindelijk hebben we de oplossing gevonden in een coöperatieve datahub. Dat model is zo succesvol gebleken dat het inmiddels ook binnen andere sectoren wordt toegepast. Daarmee is het een prachtig voorbeeld van de manier waarop we bij TNO het Nederlandse bedrijfsleven van nieuwe technologische mogelijkheden voorzien.”